De laatste loodjes maar,
Corona heeft veel invloed op het gezin, kinderen en jeugd

Corona Impact

Uit het Praatmee-onderzoek van het Nederlandse In de leeftijdsgroep 13 tot 18 jaar zijn vooral de studie en de voortgang daarvan (40 procent) en het sociale leven (44 procent) punten van zorg. Van de kinderen onder de 13 jaar geeft 94 procent aan bepaalde aspecten van de coronacrisis niet leuk te vinden. Met name het afstand houden, het minder zien van opa en oma en de angst voor het virus worden als negatief gezien (Nederlands Jeugdinstituut, 2020).

+50%

vd ouders

vindt het lastig om veranderingen op te vangen

+50%

vd kinderen

verdubbeling van online pestgedrag door schoolsluiting

+39%

vd ouders

ervaart weinig steun van omgeving

+37%

vd ouders

ervaart meer werkdruk sinds schoolsluiting

Opvoeden

Uit een peiling van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid blijkt dat een groot deel van de ouders de opvoeding momenteel als moeilijk ervaren. Voor de coronacrisis gaf één op de tien ouders aan uit balans te zijn als het gaat om de balans tussen draagkracht en draaglast in de opvoeding van het kind. Bij de peiling in juni gaf maar liefst de helft van de ouders dit aan. Een derde van de ouders geeft de balans een onvoldoende. 39 procent van de ouders ervaart weinig steun van anderen (partner, familie, vrienden of buren) tegenover 17 procent voor de coronacrisis. Daarnaast lijkt het aanpassingsvermogen van ouders te zijn afgenomen. Bijna de helft van de ouders vindt het moeilijk om veranderingen en plotselinge gebeurtenissen op te vangen. Voor de crisis vond 7,5 procent van de ouders dat moeilijk (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, 2020).  

Ook onderzoek van onderzoekers aan de Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit laat zien dat de coronacrisis veel invloed heeft op het ouderschap. In november 2020 werkte bijna een kwart procent van de ouders geheel thuis ten opzichte van 15 procent in september. 37 procent van de ouders geeft aan meer werkdruk te ervaren door de schoolsluiting. Moeders (42 procent) geven hierbij vaker aan meer werkdruk te ervaren dan vaders (31 procent). Ouders zijn naar eigen zeggen meer tijd kwijt met de zorg van hun kind sinds de coronacrisis. Wel lag het percentage ouders dat aangeeft extra tijd aan zorg te besteden in november lager dan in juni: 53 om 32 procent (Yerkes et al., 2020).

Verhoudingen tussen vaders en moeders

In april zei 22 procent van de vaders door de coronacrisis (iets) meer zorgtaken op zich te nemen in de opvoeding van het kind. In november daalde dit naar 18 procent. Onder moeders zegt ongeveer één op de vijf meer zorgtaken op zich te nemen. In november. Zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit (Yerkes et al., 2020).

https://www.nji.nl/nl/Databank/Cijfers-over-Jeugd-en-Opvoeding/Cijfers-per-onderwerp/Coronavirus-opvoeden-en-opgroeien#ch334628

Veiligheid

Het aantal gesprekken met de Kindertelefoon was in de eerste maand van de corona-lockdown (16 maart tot en met 12 april 2020) een stuk hoger dan voor de lockdown. In 2019 voerde men nog ongeveer 1.000 gesprekken per dag. Tijdens de lockdown waren het er circa 1.500. Het aandeel gesprekken over de onderwerpen ‘thuis en familie’ en ‘geweld’ is in deze periode toegenomen. Daarnaast valt een verschuiving te zien op het gebied van pesten. De Kindertelefoon registreerde 36 procent minder gesprekken over fysiek pesten, maar zag tegelijkertijd een verdubbeling van het aantal gesprekken over online pesten (De Kindertelefoon, 2020). 

Toch leek tijdens de eerste lockdown het huiselijk geweld in kwetsbare gezinnen niet toegenomen, zo blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Het gaat om gezinnen die in beeld zijn bij Veilig Thuis vanwege vermoedens van huiselijk geweld. Voor de coronacrisis bleek in 50,3% van deze gezinnen dat er sprake was van veelvuldig of ernstig geweld. Na de lockdown ging het om 53,3 procent van de gezinnen. Dit verschil is niet significant (Steketee e.a., 2020).

De Raad van de Kinderbescherming (RvdK) geeft aan dat het aantal beschermingsonderzoeken binnen gezinnen in de eerste helft van 2020 redelijk stabiel is gebleven, ten opzichte van 2019. In de eerste helft van 2019 waren er circa 8.800 zaken. In de eerste helft van 2020 ging het om 9.000. Tijdens de lockdown nam het aantal verzoeken tot beschermingsonderzoeken af, ten opzichte van de eerste maanden van 2020. Het aantal spoedzaken is niet toegenomen (De Raad van de Kinderbescherming, 2020).

Onderzoekers van de Universiteit Leiden vonden echter wel een toename van kindermishandeling binnen gezinnen. Zo stellen zij op basis van vermoedens van professionals in het onderwijs en kinderopvang die als informant fungeerden. Volgens het onderzoek zouden naar schatting 40.000 kinderen tijdens de lockdown te maken hebben gehad met kindermishandeling, waar dit bij een eerdere meting in 2017 om 15.000 kinderen ging. Onder slechts 8,6 procent van de informanten is het gerapporteerde vermoeden ontstaan tijdens de lockdown. Onder de helft van de informanten is het vermoeden tijdens de lockdown versterk (Vermeulen, van Berkel & Alink, 2021).

Laatst bewerkt: 8 april 2021

https://www.nji.nl/nl/Databank/Cijfers-over-Jeugd-en-Opvoeding/Cijfers-per-onderwerp/Coronavirus-opvoeden-en-opgroeien#ch334624

Is jouw kind angstig, heeft stress of slaapt slecht door Corona en kom je er zelf niet meer uit?
Neem contact op met PPH Kind & Jeugd en samen komen wij eruit.